’t Klinkt zo zacht mij in d’oren
Door toedoen van het hardnekkige coronavirus viel de opening van de meimaand aan de Visserskapel vorig jaar … én ook dit jaar weer in het water: verboden wegens het besmettingsgevaar, waar mensen samenkomen. Maar … sedert 8 mei is er weer wat meer mogelijk. En héél de meimaand is Mariamaand. Daarom trokken PE Galilea Bredene-Vuurtoren, Ocarina en de Confrérie van ’t Vynckx- en Woutermansambacht op Pinkstermaandag 24 mei naar het domein van de Visserskapel om er samen Marialiederen te zingen. En ook die editie viel niet alleen figuurlijk maar ook letterlijk in ’t water!
Tegen vier uur in de namiddag verzamelden grijze onweerswolken zich boven de Visserskapel. Regenjassen en paraplu’s sijpelden het domein druppelsgewijs binnen. Het aantal aanwezigen bleef netjes onder het voorgeschreven coronaquotum. De enen zochten onderdak in de kaarsengrot, anderen in de kapel en en ook het dak boven het altaar bood bescherming. De lucht boven het domein was toen al donderzwart. Op de tonen van het lied ’t Klinkt zo zacht mij in d’oren gingen de hemelsluizen open. Regenbuien, hagelstenen, een donderslag en een bliksemflits … niets werd de dapperen die het dreigende onweer hadden getrotseerd om naar de kapel te komen bespaard. We lieten het niet aan ons hart komen en zongen voor het eerst sinds lang nog eens uit volle borst samen Marialiederen. Al was het geen gezicht met al die ‘halve gezichten’, deels verborgen achter mondmaskers. Toen iedereen alweer naar huis was, ver-scheen de zon…
(Dierk Rotsaert – tekst en foto’s)