Als pelgrims naar Rome – deel 1

Als pelgrims naar Rome – deel 1

27 september 2020 Uit Door decaproen@hotmail.com

Van dinsdag 8 september tot dinsdag 15 september trok een groepje van 6 pelgrims naar Rome. Zes i.p.v. de oorspronkelijke negen door de COVID-19- crisis en door een plots overlijden in de familie, dat we in de nachtelijke stilte van ons vertrek vernamen.

Een beetje uitgeschud kwamen we aan in Zaventem, waar de grote leegte ons verwelkomde. Er vertrokken slechts 5 vluchten dat uur van ons vertrek en dat was duidelijk te zien. In een zee van ruimte en stilte dronken we een heerlijke koffie bij een vriendelijk glimlachende Afrikaanse kelner. Toen het vliegtuig van Brussels Airlines vertrok zaten we in een goed gevuld vliegtuig met hier en daar een lege plaats. We kregen een doekje met ontsmetting, maar van social distancing is op een vlucht geen sprake. Je kan maar je mondmasker opzetten en hopen dat je het virus niet krijgt.

In Rome Leonardo Da Vinci – een luchthaven die tot 3 keer meer passagiers verwerkt dan onze nationale luchthaven – was er wel meer volk, maar het viel mee. We waren eerder gepakt door de warmte en de brandende zon want het was ongeveer 30 graden en dat zou – buiten een enkele dag met bewolking en een klein regenvlaagje ’s nachts – zo blijven voor de rest van onze reis. We zochten onze bus naar het centrum en bevonden dat we bijna een privébus namen. Slechts 3 andere mensen buiten ons zochten een plaatsje. We beseften dat onze reis een unieke ervaring zou worden.

Aangekomen in de omgeving van Sint Pieter en het Vaticaan zochten we onze weg en namen we de eerste foto’s. Onze verblijfplaats was sober, maar voldoende. We besloten na een korte verkenning ons eigen ontbijt te organiseren. In Rome is een Bed and Breakfast vaak een Bed zonder Breakfast. We installeerden ons en trokken voor het eerst naar de stad voor een bezoek aan de Capitolijnse musea en het plein van Michelangelo op de capitolijnse heuvel: het Campidoglio. We zagen enkele topwerken zoals Amor en Psyche en de Capitolijnse wolf die al in de 5e eeuw voor Christus door de Etrusken werd gemaakt. In die tijd woonden wij als voorlopers van de Menapiërs in onze steken en maakten wel één en ander, maar zeker niet zo mooi. We hadden ook een mooi uitzichtpunt over het forum waarover heel wat te vertellen viel. Na een verdiende tussenstop in de cafetaria met een broodje en een meesterwerk van Caravaggio: ‘Jongeling die gebeten wordt door een hagedis’, verfristen we ons en togen naar een restaurant om de Romeinse keuken te proeven. En zo ging de zon van de eerste dag onder, schommelend van interessante ervaringen.

Het werd al vroeg dag voor ons groepje pelgrims. We trokken reeds om 5.45 u. naar het Vaticaan om er vast te stellen dat er al heel wat mensen stonden aan te schuiven voor de veiligheidscontrole. We wisten toen nog niet dat dit was voor de audiëntie van de paus en dat wij daar op een wonderlijke wijze ook zouden belanden. Wij daarentegen trokken de Sint-Pietersbasiliek in om er vlakbij de relieken van Petrus, begraven onder het altaar van de paus, in de zogenaamde Clementinakapel, een dankmis te vieren voor mijn zilveren priesterjubileum. Alles was mooi geregeld. In de sacristie stond mijn naam in een boek opgeschreven en kon ik zo met een kerkbediende naar de kapel gaan. Met ons zessen vulden wij bijna de hele kapel, al kwam er ook een zuster uit Afrika bij zitten. Het werd een ontroerende viering, een hoogtepunt bij het begin van onze reis. Deze aangespoelde zuster viel totaal uit de lucht toen we haar vertelden dat dit de kapel was bij het graf van Petrus en ze was graag bereid om van ons een groepsfoto te nemen.

Toen we achteraf in de Sint-Pietersbasiliek rondliepen voor een bezoek kwam opeens een Indische zuster Josephine en Louisa groeten om te horen of ze misschien van dezelfde streek waren. Zij riep ons op om naar de audiëntie van de paus te gaan en verklaarde tot onze verrassing dat er geen tickets nodig waren, wat anders wel het geval was. We konden het eerst niet geloven! Zou het… kon het… We trokken onze stoute schoenen aan en in plaats van naar buiten te gaan en opnieuw de hele procedure te volgen besloten we de wacht aan te klampen en hem te vragen of mensen die met een stok gingen (onze Ivan) en zijn begeleiders (wij allemaal dus) een kortere weg mochten nemen om zo naar de audiëntie van de paus te gaan. De vriendelijke man stond het toe en even later beklommen we de trap om naar de pauselijke vertrekken te gaan. Boven aan die trap bemiddelden we bij de mensen van de plaatselijke hulpdienst en kregen Jeannot, Ivan en Louisa een lift met een speciaal busje tot boven via de Vaticaanse tuinen om daar, samen met Roger, Josephine en ikzelf die de trappen namen, de paus op te wachten. Er waren nog enkele zitplaatsen vrij, al konden we niet meer samen zitten. We hadden dus geluk en waren net op tijd gekomen.

De audiëntie met de paus werd een tweede hoogtepunt van onze reis. We zouden er vaak met plezier aan terug denken en over vertellen. Dat doen we eigenlijk nog altijd. De paus kwam aan in een Ford Focus, zonder veel poeha. Voor hij uitstapte, deed hij zijn masker af om de mensen aan te kunnen kijken en met hen te spreken. Tot drie kwartier voor en drie kwartier na de eigenlijke audiëntie neemt hij de tijd om met de mensen te spreken, te luisteren, te glimlachen, bij hen te zijn. Hij doet dat zonder haast, en mensen vertellen soms hun hele miserie waar iedereen bij staat, zonder gène. Soms roept iemand naar de paus. Jeannot stak even haar hand op en de paus glimlachte persoonlijk naar haar. Louisa en Josephine hadden een doek mee voor hun moeder die hij gezegend heeft en Josephine riep in het Urdu een Pakistaanse vreugdekreet. De paus verstond het wel niet, maar hij heeft het wel gehoord. Roger stond op de eerste rij, ikzelf nam voortdurend foto’s en Ivan genoot van de sfeer rond heel dit gebeuren. Kortom het was een hele gebeurtenis. De paus maakt indruk door zijn betrokkenheid en vriendelijkheid en luistert oprecht als iemand hem iets vertelt. We waren er vol van, samen met al de mensen die daar in de openlucht van een binnenplaats deze bijeenkomst mee maakten. De audiëntie zelf was wat langdradig, zes mensen in zes talen begroeten de paus allemaal op dezelfde manier. De paus spreekt in het Italiaans, hier over de bestrijding van het virus en het algemeen belang dat hierbij moet primeren met aandacht voor de zwaksten en de armen. Daarna is er in dezelfde zes talen een samenvatting en een bedanking van de paus. Na dit gebeuren gaat de paus langs de mensen die hij nog niet heeft gezien en vertrekt hij onder applaus naar zijn volgende afspraak.

Wij verlieten het pauselijk paleis, en Ivan, Jeannot en Louisa werden door hun eigen “pausmobiel” afgezet op het Sint-Pietersplein. Ons ontbijt was uitgesteld door onze date met de paus, we besloten het over te slaan en ons middagmaal vroeger te nemen. We namen een siësta en rond 16 u. trokken we de stad in voor de schilderachtige piazza Navona en de vierstromenfontein, de Santa Maria dell’ Anima, de Sant’ Agostino en de San Luigi dei Francesi met hun Caravaggio’s en tenslotte het Pantheon, met de grootste koepel van Rome, die nog uit de tijd stamt van keizer Augustus, maar herbouwd werd door keizer Hadrianus. Een terrasje vlakbij bracht de nodige verfrissing. Zo eindigde onze tweede, heel bewogen dag. 

wordt vervolgd…
Priester Nikolaas