Vormelingen van Sint-Rikier krijgen hun kruisje opgelegd
Op zondag 28 april kregen de acht vormelingen van Sint-Rikier op weg naar hun vormsel een kruisje opgelegd als teken van hun christen zijn. Voor het altaar lag het Taizékruis omringd door het licht dat de vormelingen aangebracht hadden. ‘Shalom, vrede zij met U’, zo verwelkomde priester Nikolaas een goed gevulde kerk. Net als de leerlingen toen waren ook wij voor het eerst samen sinds de Verrijzenis van Jezus. ‘Niet zien, toch geloven’ was het thema en Thomas de centrale figuur in de viering. Hij, die met zijn eigen ogen zijn Vriend aan het kruis zag hangen en niet gelooft dat Jezus aan zijn vrienden verschenen is. ‘Je moet me niets wijsmaken, ik wil Hem zien’, klinkt het uit zijn mond. Omdat ook wij soms reageren als Thomas vroegen enkele vormelingen om vergeving. Parochieassistent Johan vertelde het verhaal van de koning die ziek was en het met God op een akkoordje gooit. ‘Als U mij geneest, zal ik in U geloven’. Hij bouwt een tempel en leest alle boeken over God, maar stuurt ondertussen de bedelaars weg. Maar… ‘geloof zit niet in stenen en geloven heeft niet alleen met verstand te maken, geloof zit in je hart’, zo wijst God hem terecht. De bedelaar die op dat moment voorbijkomt krijgt een schouderklopje en tien goudstukken. Op slag is de koning genezen. Na het evangelie kwamen alle ouders met hun vormeling rond het altaar staan. Priester Nikolaas verwees even naar het evangelie waar Jezus tegen zijn leerlingen zegt: ‘Ontvang de heilige Geest’ en legde zo de link met het vormsel en het kruisje dat ze kregen opdat het hen ‘kracht zou geven om vol van heilige Geest te leven’. Hij benadrukte het feit dat net de ouders dit kruisje mogen opleggen omdat zij ‘jullie willen voorgaan en begeleiden in jullie geloof’. Nadien volgde dit plechtige moment. Tijdens de voorbeden vroegen de vormelingen onder andere dat dit kruisje hen keer op keer mag uitdagen om te geloven zonder te zien. Bij de vredeswens werden de jongeren uitgestuurd in de kerk om de vrede te wensen aan wie ze niet kenden. ‘Niet zien, toch geloven, dat wordt ook van ons gevraagd’, zo zond priester Nikolaas ons heen, maar niet voordat de vormelingen nog eens luidkeels het ‘Hevenu Shalom’ hadden gezongen. Dank aan allen voor deze zinvolle viering.