Federale nieuwjaarsviering en receptie
Zondag 6 januari vond voor de tweede maal een gezamenlijke dankviering voor de hele federatie plaats. Na de Sint-Antoniuskerk vorig jaar, was nu de Sint-Rikierskerk aan de beurt. Dat bood de aanwezigen meteen de gelegenheid het opgefriste kerkinterieur te bewonderen. De kerkfabriek en het gemeentebestuur mogen trots zijn met het resultaat, de kerk blinkt immers als nooit tevoren. De mis werd voorgegaan door pastoor Nikolaas, bijgestaan door pastoor Dirk en diaken Rudy. Het Sint-Rikierskoor onder leiding van dirigent Marc Celis stond in voor de muzikale omkadering. Dit koor zong niet alleen enkele traditionele Vlaamse kerstliederen, het zocht ook over de grenzen inspiratie. Voor het evangelie voerden de 28 koorleden ‘Ige Herouvimy’ uit, een engelenlied geschreven voor de Russisch-orthodoxe liturgie, en op het einde van de mis ‘Die Ehre Gottes aus der Natur’ van Ludwig van Beethoven. Verder stond er ook hedendaags werk op het programma: het ‘Kyrie’ en het ‘Sanctus’ van… Marc Celis, die niet alleen dirigent is maar ook componist. Beide werkjes werden tijdens de dankviering trouwens voor het eerst uitgevoerd.
Pastoor Dirk, die coördinator is van de federatie, herinnerde er in zijn homilie aan dat de vier parochies van de federatie in de toekomst steeds nauwer gaan samenwerken. Meteen kondigde hij ook aan dat aan het bisdom voorgesteld wordt de nieuwe pastorale eenheid de benaming ‘Galilea’ te geven. Het meer van Galilea, met de plaatsen Tiberias en Kafarnaüm aan zijn oever, speelt een belangrijke rol in de evangeliën: na de wonderbare visvangst roept Jezus er zijn volgelingen op vissers van mensen te worden, hij bedaart er de storm… Galilea zou alleszins een toepasselijke naam zijn voor de pastorale eenheid rond de Spuikom waar tal van bewoners een band hebben met de visserij.
Na de kerkdienst trokken de aanwezigen naar zaal Cappelrie voor de federale nieuwjaarsreceptie. Bij een drankje en een hapje was daar volop gelegenheid nieuwjaarswensen uit te wisselen en bij te praten. En er moest zeker niemand met honger naar huis gaan, want onder andere de dames van de KVLV hadden gezorgd voor een overvloed aan lekkers. Geen vijf broden en twee vissen, zoals indertijd aan het meer van Galilea, maar een stroom van koude en warme toastjes, en belegde broodjes als toetje. Dankjewel aan alle mensen die een handje hielpen bij het welslagen van de receptie.
(Leo Coulier)