In 2025 is het Zonnelied van Franciscus van Assisi 800 jaar jong. Gedurende deze acht eeuwen heeft het lied een ontelbare schare aan zowel kunstenaars als religieuze zoekers geïnspireerd.

In het Zonnelied gaat het niet enkel over al het mooie van de schepping. We zien ook een andere zijde, namelijk dat lijden en pijn ook tot het leven behoren en dat je gevraagd wordt om dit in vrede te dragen. Hier wordt God geloofd om de mens die daartoe in staat is. Franciscus werd in het begin bespot, uitgescholden en met modder nagegooid, maar wist met zijn broeders al deze beproevingen te verdragen. En dat omwille van Jezus, die volgens Franciscus zelf ook was bespot, vernederd en moest lijden. En die ondanks alles aan het kruis bad: “Vader, vergeef het hun want zij weten niet wat zij doen.”
Franciscus spreekt met twee woorden over de dood. Hij onderscheidt de dood van het lichaam, die hij ‘zuster dood’ noemt. Dit ziet hij als een natuurlijk gegeven de eindigheid van het leven. Anderzijds is er ook sprake van een andere dood; de geestelijke dood. Dat je als mens eeuwig van God gescheiden zou worden. Deze dood is niet bestemd voor de mensen die God liefheeft. Het geloof geeft het vertrouwen dat niets ons kan scheiden van Gods liefde, daarom mogen we de dood onze zuster noemen.
Foto: ‘Het Zonnelied van Franciscus’ is een raam in de Franciscuskapel van het kinder- en jeugddorp ‘Marienpflege’ in Ellwangen. Maker is Sieger Köder, een Duitse katholieke priester en kunstenaar. Franciscus zelf houdt een zieke zorgzaam met twee handen vast, terwijl hij zelf door zuster Dood liefdevol en teder wordt omhelsd. De blauwe mantel van zuster Dood roept rust en hemelse kracht op.
Naar aanleiding van deze verjaardag laten we ons tijdens deze veertigdagentijd leiden door de 10 strofes van dit loflied. Van Aswoensdag tot Pasen leggen we u een strofe voor van het Zonnelied. We maken het even stil en leggen die strofe op ons eigen leven.


“Wees geprezen, mijn Heer, door onze zuster de lichamelijke dood, die geen levend mens kan ontvluchten.”
Zuster Dood komt in vele gedaanten: een rustige, natuurlijke dood op het einde van een voltooid leven, een tragische dood na een ongelukkig ongeval, een wrede, onrechtvaardige dood in strijd met wat goed en waar is… Haar omarmen lukt ons heel af en toe maar vaak is het lastig en wringt het om geliefden uit handen te moeten geven. Om nog maar te zwijgen van onze eigen dood die we moeilijk in de ogen kunnen kijken.
Het is volbracht! Jezus blaast zijn laatste adem uit. De cirkel is rond: met elke vezel in zijn lijf heeft hij gestreden om Gods liefdevolle boodschap uit te dragen en voor te leven. We houden onze adem in: was Zijn strijd tevergeefs of zal Gods Liefde ondanks alles toch uit de dood herrijzen?
(Jes 52,13-15.53,1-12; Joh 18,1-40.19.1-42)
Kolet Janssen schreef speciaal voor het jubeljaar een mooie, hedendaagse versie van het Zonnelied.
Zuster Dood
Vroeg of laat komt onze zuster de dood voor elk van ons.
Leer ons, lieve Iemand, om ook haar welkom te heten.
Help ons vertrouwen dat Jij al het goede bewaart,
Voor iedereen die na ons komt. En voor ons allen ooit.
Mia Dessein hertaalde het Zonnelied in 2018 op pelgrimsreis in haar eigen woorden: haar tekst inspireert vandaag nog steeds.
Zuster Dood
Uw aanwezigheid God, is voelbaar,
als ziekte in wijsheid gedragen wordt
als lijden gedeeld wordt
als leven en dood in elkaar overvloeien
in het heilige moment van wie de overgang maakt
in mensen die er zijn voor elkaar
Lofzang van de Schepselen ‘Het Zonnelied’
Franciscus van Assisi (1225)
Het Zonnelied bezingt God om de schepping in termen van broeder en zuster. Opmerkelijk is dat in het loflied niet alleen de mooie aspecten van de schepping genoemd worden, maar ook ziekte en dood. De versregels over de dood zouden pas in tweede instantie door Franciscus zijn toegevoegd, en wel vlak voor zijn overlijden. Eén legende zegt dat hij die er letterlijk op zijn sterfbed zou hebben bij gecomponeerd (geïmproviseerd, al zingend). Hoe het ook zij, het gegeven dàt Franciscus het lied schreef in een context van ziekte (bij het einde van zijn leven), betekent wel iets voor hoe je dit lied leest en toepast.
‘U eeuwige’ is een hertaling van het Zonnelied door Huub Oosterhuis, en werd op muziek gezet door Antoine Oomen en Bernard Huijbers. De bewerking van Oosterhuis is uitvoeriger dan het origineel. Hier hoort u de versie met muziek van Antoine Oomen.
‘U eeuwige‘
Tekst: Huub Oosterhuis / muziek: Antoine Oomen
U eeuwige
die ver weg zijt en ongezien,
U komen toe mijn zwijgen en mijn lied,
alle verlatenheid en drift,
mijn honger mijn verlangen,
want Gij zijt God,
U komt het toe alleen.
En niemand in verdriet in vrede
is bij machte U te noemen.
Onuitsprekelijk zijt Gij en goed.
goed is de hand
die alles heeft geschapen,
onzegbaar goed is onze broeder zon
die elke dag maakt dat het dag is,
die doorschijnend mooi
van licht en krachtig is,
die ons met blindheid slaat
overweldigt troost opvrolijkt
levend maakt.
Ook goed en mooi is zuster maan
met al haar sterren
die Gij van hemel hebt gemaakt.
En goed als Gij is broeder wind
met al zijn wolkenvelden –
en goed weer, slecht weer, en de lucht
waarin wij leven, nietig en gelukkig.
Gezegend is u Naam om zuster water
die nuttig is en nederig, kostbaar en zuiver –
om broeder vuur die in de nachten brandt
lachend robuust en ongewis –
om onze zuster moedertje aarde
die de voeten draagt, die ons bestiert
en alle soorten vruchten en kruiden geeft
en bloemen fonkelend.
Gezegend onbegrepen zijt Gij
onvolprezen
om allen die ter wille van uw liefde
meedogend zijn,
die alle ziekte alle dorst verduren;
gezegend zij die het uithouden,
ongekroond in deze wereld –
zult Gij hen kronen?
Vervloekt en onbegrepen zijt Gij
en gezegend
om onze zuster
de dood van het lichaam –
geen levende ziel
die ooit haar kan ontvluchten.
Gezegend zijn allen
die zoeken naar U,
de tweede dood
zal hen niet overkomen.
Dag mensen zegent en gedenkt
uw God en Heer
en dankt Hem en dient Hem
in deemoed.
naar “Il canto al sole” van Fransiscus van Assisi.
(Bron: franciscaansbezinnen.be– minderbroedersfranciscanen.net – huuboosterhuis.nl)