Zonneliedkrans: samen op weg naar Pasen – Witte Donderdag

In 2025 is het Zonnelied van Franciscus van Assisi 800 jaar jong. Gedurende deze acht eeuwen heeft het lied een ontelbare schare aan zowel kunstenaars als religieuze zoekers geïnspireerd.

Water heeft voor Franciscus niets dreigends, het water is voor hem dienend en zorgend aanwezig. Franciscus noemt het water ‘nuttig, nederig, kostbaar en kuis’. We weten allemaal hoe nuttig water is. Water is een belangrijke levensbron voor mens, dier en plant. Water is ook kuis en dat is ook een andere nuttige eigenschap. Het dient om dingen proper te maken, om te reinigen. Dat reinigingsproces is niet alleen het mooi maken van iets, maar eigenlijk ook ervoor zorgen dat dingen leefbaar blijven. Zuster Water is ook gelinkt aan het doopsel, waarmee mensen door een soort reinigingsritueel in de gemeenschap worden opgenomen. Water is als een kostbare schat, als iets heel ‘levengevends’ dat we echt wel nodig hebben om te overleven. En tenslotte is water ook nederig. Nederigheid nodigt ons uit om te zijn zoals water, om te stromen naar die laagste plek. En bij Franciscus is dat bijvoorbeeld stromen door minder te zijn en naar de mindere te gaan.
Toen de eerste minderbroeders in Erfurt aankwamen, vroeg men hen welk klooster te bouwen voor hen. Omdat broeder Jordanus nooit een klooster van de orde had gezien zei hij: ‘Ik weet niet wat een klooster is. Laat ons alleen een huis aan het water bouwen. Dan kunnen wij daar onze voeten wassen’.

Foto: Sonnengesang von Bruder Laurentius Englisch. Wandschilderij in de Speisesaal des Franziskus Gymnasiums in Vossenack (Detail)

Naar aanleiding van deze verjaardag laten we ons tijdens deze veertigdagentijd leiden door de 10 strofes van dit loflied. Van Aswoensdag tot Pasen leggen we u een strofe voor van het Zonnelied. We maken het even stil en leggen die strofe op ons eigen leven. 

“Wees geprezen, mijn Heer, om zuster water, die heel nuttig is en nederig, kostbaar en kuis.”

Lauw water glijdt over de wreef en langs de enkel, twee warme handen wrijven met een doek de voeten droog. Zuster water en de voetenwasser, beiden nederig van nature, stellen een kostbaar, niet het minste gebaar. Leiden is je ten dienste stellen en soms ook heel bewust de plek van de mindere innemen zoals water ook van nature naar de laagste plek stroomt. Zo draag en ondersteun je de broeder- en zusterlijke gemeenschap. Zelfgave vanuit liefde laat het goede stromen!
(Ex 12,1-8.11-14; Joh 13,1-15)

Kolet Janssen schreef speciaal voor het jubeljaar een mooie, hedendaagse versie van het Zonnelied.

Zuster Water
En dan is er nog broertje water, het kan overal doorheen.
Het stilt onze dorst, maakt ons fris en schoon.
Het kabbelt en stroomt, of komt gewoon uit de kraan.
Zo puur en eenvoudig, en toch altijd een cadeau.

Mia Dessein hertaalde het Zonnelied in 2018 op pelgrimsreis in haar eigen woorden: haar tekst inspireert vandaag nog steeds.

Zuster Water
Soms vermoed ik uw aanwezigheid, God,
in zuster Water
in het kabbelend water van een gewone dag
in de woelige golven van moeilijke tijden
in een zee van gelukkige momenten
in de blauw-warme bedding van zich gedragen weten
in mensen die zoals Johannes de Doper
in de Jordaan gaan staan als vuurtoren, als wegwijzer,
als bruggenbouwer tussen droom en realiteit

Lofzang van de Schepselen ‘Het Zonnelied’
Franciscus van Assisi (1225)

Andrea Ceccomori is een fluitist met een grote veelzijdigheid, zowel in het klassieke als hedendaagse repertoire. Geboren in Perugia studeerde hij theologie in Assisi en muziek in zijn stad. Bedenker en oprichter van de projecten Assisi Suono Sacro en Baton for Peace. Als fluitist die over de hele wereld wordt gewaardeerd, is hij al jaren, parallel aan zijn concert- en opnameactiviteiten, ook betrokken bij muziek en spiritualiteit, waarbij hij de effecten van geluid en muziek op mens en milieu bestudeert. Met zijn ‘Il Cantico delle creature di San Francesco d’Assisi‘ bewandelt hij hier het instrumentale pad. In ‘Per aquam’ hoor je het water rustig kabbelen, bijna stilstaan, om dan met de harp plots aan te zwellen, te kolken en te bulderen, en vervolgens weer bescheiden zoekend zijn weg te vervolgen…

Klein Zonneliedje (Een West-Vlaamse variant door Luc De Clercq)

Och Vader hierboven, zorgt goed voor de zunne
die ons verwarmt en ook alles laat zien.
Die schittert en schinkt, ons vel soms verminkt,
voor dat mysterie val ik op mijn knieën.

Och Vader hierboven, zorgt goed voor de mane,
en ook voor de sterrendaar aan ’t firmament.
Laat in de donkerste pekzwarte nachten,
een klein lichtje branden, ja we zijn dat gewend.

Och Vader hierboven, zorgt goed voor de wind
die ritselt in ’t koren of briest aan de zee.
Voor kwakkel en kraai, valk of Vlaamse gaai,
zelfs ons gedachten vliegen ermee.

Och Vader hierboven, zorgt goed voor het water
zo helder en bruisend, zo klaar en zo nat.
Onmisbaar voor vissers, boeren en brouwers,
want wat smaakt er beter dan een slokje van ’t vat.


Och Vader hierboven, zorgt goed voor het vuur
verwarmt mijn handen, mijn hart en mijn huis.
Vlammen verjagen, soms last niet te dragen,
Vader verlos ons van kwaad en van kruis.

Och Vader hierboven, zorgt goed voor moeder aarde,
ze draagt al uw schepsels met eindeloos geduld.
Door ’t werk van handen, soms in arme landen
raakt de spaarpot en onze buik goed gevuld.

Och Vader hierboven, zorgt goed voor joen mensen,
voor broere, voor zuster, en ook voor het kind.
Ziet ons hier vluchten, wroeten en zuchten,
Vader, ’t is t’hopen dat je ’t de moeite nog vindt.

Och Vader hierboven, straks ga ik dood,
zorgt voor mijn ziele dat ze nooit meer verdwaalt.
En als ik soms peis op die allerlaatste reis,
droom ik dat ’t leven zich eindeloos herhaalt.

Och Vader, hierboven, zorgt goed voor Franciscus.
Laat hem weer eten van joen dagelijks brood.
Maar zend hem nooit alleen hier beneden,
want wie weet verschiet hij zich dood.

(Bron: franciscaansbezinnen.be – franciscaansebeweging.nl – Thomaswebsite)