Optreden Willem Vermandere in de St.-Antoniuskerk
Op zaterdag 3 december brengt het bestuur van zaal Vuurtoren niemand minder dan Willem Vermandere naar de Vuurtorenwijk in Oostende. Dat Willem en zijn muzikanten zullen optreden in de kerk op de Vuurtorenwijk maakt van dit gebeuren iets speciaals.
“Het zijn je talenten die vertellen welke weg je moet volgen”
In augustus verscheen in het Don Boscomagazine een interview met Willem Vermandere. We kregen toestemming van hoofdredacteur Tim Bex om, voor onze editie van Kerk&Leven, te putten uit zijn gesprek met de artiest, een babbel over geloof, werk en leven. Dat Willem een goede band heeft met de paters Salesianen is niet zo verwonderlijk. Al zo’n 25 jaar heeft hij een nachtelijk onderkomen in de gemeenschap van Sint-Denijs-Westrem. Na of voor zijn optredens vindt hij daar zijn kamer waar hij kan slapen, rusten, lezen, melodietjes en tekstjes verzinnen.
Maar er is nog een andere band?
“Klopt, ik heb zelf 4,5 jaar in het klooster gezeten, op weg om Oblaat te worden. Toen ik bij de Salesianen binnenkwam, voelde dit opnieuw een beetje als thuiskomen. Die warme, gastvrije ontvangst is intussen uitgegroeid tot een heel mooie vriendschap en ik voel me daar thuis.”
Waarom ben je dan niet in het klooster gebleven?
“Goh… We verschillen te veel op vlak van theologie en godgeleerdheid. Neen, het klooster was niets voor mij. Na een jaar noviciaat, twee jaar filosofie en anderhalf jaar theologie was het voor mij genoeg. Ik was aan het beeldhouwen geslagen. Ik wilde componeren, tekenen en schilderen. Ze wisten daar niet wat ze met mij moesten doen. Maar ik zie me niet als mislukte pater. Ik heb mijn eigen manier gevonden. Ik ben een soort priester met een vrouw, vier kinderen en een ongelooflijke vrijheid en creativiteit. Als een priester geen artiest is, ontbreekt er iets. En omgekeerd. Als artiest moet je ook een beetje priester zijn. Ik vind het de taak van de artiest, net als van de priester, om het mensdom te troosten. We moeten elkaar respecteren, ook al hebben we een andere toegangspoort tot het grote mysterie.”
Zien we die priester dan ook in jouw werk?
“Achter mijn werk en mijn liedjes zit natuurlijk een betekenis, maar je mag niets maken met de gedachte: ‘Nu ga ik eens mensen onderrichten.’ Wees jezelf. Wie en wat zijn mijn bronnen? Mijn vader, mijn moeder, mijn hele verleden. Vooral mijn vader heeft een grote rol gespeeld. Toen ik om de paar maanden met mijn rapport naar huis kwam, was het enige dat mijn vader vroeg: ‘Speel je soms nog op je klarinet?’ Prachtig toch? Dat is spiritualiteit! Sommige van mijn liederen kan je zo interpreteren als een deel van mijn religieuze verleden, een deel van mijn identiteit. Je moet niet vluchten voor jezelf. Alles wat je ooit was en geschreven hebt, zijn krachtbronnen.”
Hoe ben je dan uiteindelijk van priester in opleiding omgeschoold tot artiest?
“Na mijn filosofie ben ik een jaar in het leger geweest. Daar heb ik me kunnen ontplooien als beeldhouwer. De officier vond een achterdeurtje en ik werd vrijgesteld van militaire dienst. Ik kon mijn ding doen. Na dat jaar kwam ik weer in het klooster terecht. De deur ging weer op slot en toen is mijn frank gevallen: ‘ik zit hier niet op mijn plaats.’ Ik ben toen Godsdienstwetenschappen gaan studeren en zo ben ik godsdienstleerkracht geworden. Dat waren de drie zwaarste jaren van mijn leven, maar het is wel voor de klas dat ik verteller geworden ben. Ik heb daar moeten vertellen, tot zeven uur per dag.”
Ben je op vandaag nog gelovig?
“Mensen vragen me dit soms. Ik vraag dan wat ze daarmee bedoelen. ‘Als je dood bent, is het dan gedaan of niet?’ Is dat alles? Is dat geloof? Ik weet het niet en niemand op de wereld weet daar iets van. Er zijn altijd mensen met verbeelding geweest die verhalen gecreëerd hebben. Dat ons vader en moeder of je gestorven kind je opwacht in het paradijs, dat zijn mythes en fabels om je te troosten. Ik geloof al lang niet meer letterlijk dat Maria maagd en moeder was, of dat Lazarus door Jezus weer opgewekt werd uit de doden. Maar er zit wel kracht in die verhalen, een ander soort waarheid.”
We moeten de Bijbel dus anders interpreteren?
“We mogen het kind ook niet met het badwater weggooien. De Bijbel heeft een schat aan verhalen… Op een dag spreekt Jezus de mensenmassa toe wanneer hij hen vraagt of ze niet naar huis moeten om te gaan eten. ‘Neen, rabbi, vertel verder. Wat jij vertelt is eten en drinken.’ Wat maken ze daarvan? Een jongetje heeft vijf broodjes en twee visjes en wanneer hij ze uitdeelt, blijft het eten maar komen. Zelfs wanneer iedereen goed gegeten heeft, is er nog over. Een mirakel! Dat is een plezant verhaaltje, maar we vergeten de echte boodschap: wat je vertelt, is eten en drinken. En dat geldt voor al die verhalen. Maar de letterlijkheid… Ik ben de laatste die kritiek zal uiten op een andere manier van geloven. Vele christenen zijn prachtige mensen, die goed werk leveren. Maar we zijn bezig over God en als je over God spreekt, moet je oppassen. Zijn mysterie is ondoorgrondelijk.”
“Creatief zijn is religieus zijn. Verbonden zijn met zij die na u komen. Uw eigen herinneringen aan uw ouders en grootouders, uw roots nieuw leven inblazen om ze vervolgens verhevigd door te geven.”
(citaat uit ‘Als ’t maar geestig is’, 80 prenten en vertellementen van Willem Vermandere, Lannoo 2020)
Je bent zanger, muzikant, beeldhouwer, schilder en … verteller?
“Je kan maar zijn wie je bent, hé. Die vertellementen zijn enorm krachtig. Iets onnozels of banaals waar toch een boodschap in zit. Ik heb de vertellementen evenzeer nodig, om mijn gedacht te zeggen over onze gekke wereld. Maar wat ik nu precies ben? Dat weet ik zelf niet. Een verteller, een zanger die beeldhouwt of een beeldhouwer die zingt? Geen idee. Ik doe datgene waardoor ik gedreven word. Mijn talenten zijn mijn wegwijzers. Het zijn je talenten die zeggen waar je naartoe moet en je moet niet wachten tot je oud en versleten bent om je ding te doen. Als je op je zoektocht in de wereld een kostbare parel gevonden hebt, ga dan naar huis en koop die parel. Als je ontdekt waarvoor je bent geboren, volg dan je talenten.”
Je bent intussen 82 jaar, maar je ‘staat’ er nog altijd?
“Er zijn twee Willems. Als introverte Willem bouw ik mijn koninkrijk op: in stilte werken, lezen en bijleren. Extravert word ik van
zodra ik het podium opstap, dan zal ik alles geven. Het gaat erom een mooi evenwicht te vinden. Dus ja, zelfs op mijn 82ste treed ik nog graag op. ‘Ga niet stilzitten, want stilzitten is doodgaan.’ Een priester kan niet stoppen met priester zijn, een goede leraar blijft altijd een leraar en een artiest… blijft artiest!”
(met dank aan Tim Bex)
Zaterdag 3 december hebben wij Willem Vermandere uitgenodigd naar de Vuurtorenwijk en zal hij met zijn muzikanten om 19 u. in onze Sint-Antoniuskerk optreden. Toch wel een speciaal gebeuren… De opbrengst is voor het verder onderhoud van Zaal Vuurtoren en voor het Noodfonds Vuurtorenwijk. Na het optreden is er op het kerkplein een mini-kerstmarkt en de kans om iets te drinken en een hapje te eten. Op het St.-Antoniusplein zal er ‘n grote tent staan en kan iedereen wat kerstsfeer komen genieten…
Met veel dank aan de leiding van Chiro Nelle, de vele vrijwilligers en ons zaalcomité… VAN HARTE WELKOM!!!