Liefde sterft nooit – Allerheiligen en Allerzielen
November is voor veel mensen een sombere maand. Volop herfst, vallende bladeren, mist die het zicht belemmert, vlug invallende duisternis,… Die herfstdagen maken ons gevoelig voor de vergankelijkheid van al wat leeft. Het werkt op je gemoed, zeggen velen.
En juist op die eerste dag van november vieren we Allerheiligen, de dag waarop de Kerk de heiligen en martelaren herdenkt. Alle heiligen worden herdacht, ook degenen die niet officieel heilig verklaard zijn, maar tot voorbeeld dienen door hun manier van leven. De apostel Paulus noemde in zijn brieven trouwens alle christenen ‘heiligen’. Al die mensen, die in de loop van de eeuwen ons tot voorbeeld strekken, zeggen op dit feest: niet het graf is het einde, maar het eeuwige leven, de gemeenschap met de levende God.
Allerheiligen spreekt van heiligen,
van ‘heel-gemaakte’, helende mensen,
mensen met naam en vooral zonder naam,
gekend en vooral ongekend,
mensen van vroeger
en mensen van nu
in wie onze God
– Hij die heet: ‘Ik zal er zijn voor u’-
zich heeft mogen uitleven
omdat zij zich inleefden in Hem.
Op Allerzielen vieren we dan weer alle doden. Het blijft een moment waarop mensen tijd maken om stil te staan bij overleden familieleden, vrienden, kennissen. Voor velen hoort daar ook nog steeds een kerkhofbezoek bij. Het zijn van die dagen waar een plechtstatige sfeer rond hangt. Soms zelfs een donkere, als het de weergoden de eerste koude over de aarde laten neerdalen, als een voorbode van de aankomende winter. De kerkhoven zijn door de vele bloemen op een poëtische manier “mooi”. Bijna als vanzelf zijn de mensen er stil, ingetogen. We vieren tegelijkertijd de opstanding van de doden en de overwinning van het leven op de dood.
Allerheiligen spreekt van Leven,
voor én na het sterven.
Alleen is wat hierna komt,
het leven na de dood,
geen kopie van het leven voor de dood.
Want het leven na de dood
heeft niets van doen
met de dagelijkse zorgen
die ons op deze aarde gegeven zijn.
Het leven na de dood
heeft alleen te maken
met Hem die liefde is,
die sterker is dan alle dood,
en die leven doet.
Daarom liggen Allerheiligen en Allerzielen zo dicht bij elkaar. Zeggen we trouwens ook in de geloofsbelijdenis niet: ‘Ik geloof in de gemeenschap van de heiligen, de verrijzenis van het lichaam en het eeuwige leven’. Maar…
Allerheiligen is veel meer dan een kerkhofdag.
Geen dag alleen van treuren
om het verlies en het gemis van je geliefden,
maar een dag van verder kijken,
verder dan het verdriet
en verder dan de lege plek in huis,
om door het verdriet heen het geschenk te zien,
van goedheid en vriendschap en liefde
dat mensen voor jou geweest zijn.
Dat geschenk kan niemand ons ontnemen.
Wij mogen het bewaren en koesteren,
en verder leven.
Want het heeft ons mee gemaakt
tot de mens die wij tot nu toe geworden zijn.
Feest der doodgewoonsten
Hoewel de heiligenkalender al behoorlijk gevuld is, ontbreekt er volgens Kolet Janssen, voormalig godsdienstleerkracht in het secundair onderwijs en schrijfster van jeugdboeken, nog één feest. Het feest van de doodgewoonsten. Het feest van mensen die er op een of andere manier proberen het beste van te maken, zonder de martelaar uit te hangen. Een feestdag voor de mensen die gewoon attent zijn voor wie God die dag op hun pad brengt. Die af en toe een helpende hand bieden, die genieten van warme ontmoetingen, die proberen te kiezen voor alles wat eerlijk, duurzaam en fair is. En dat allemaal doorheen de doodgewoonste dingen van het dagelijks leven. Dankzij deze mensen blijft de wereld draaien in tijden van oorlog en crisis. Omdat ze doen wat nodig en haalbaar is. Omdat ze altijd bezig blijven. Daarom verdienen ook zij een eigen feestdag. Welke heilige schuift een beetje op, zodat er een plekje vrijkomt? (Johan Vervaeke)
Bronnen: Elisabethwebsite, Carlos Desoete – In zijn naam, Blog Kijken met Kolet, november 2021