Pelgrimstocht op de Via Francigna
Wij belichten in de loop van het jaar ook in Kerk & Leven en op de website het pastorale jaarthema ‘Pelgrims van hoop’. We kregen een getuigenis van pastoor Nikolaas over zijn verdere tocht op de Via Francigna door Zwitserland en het Aostadal.
Tijdens mijn recente pelgrimstocht over de Via Francigena, deze keer van Lausanne naar Aosta, werd ik opnieuw geraakt door de eenvoud en de rust die je onderweg tegenkomt. Pelgrim zijn betekent stilstaan bij het moment en genieten van de stilte, onderbroken door het zachte geruis van beekjes en het geluid van watervalletjes die de bergen afkomen. Het was alsof de natuur zelf mij uitnodigde om even op adem te komen. En ook de verstilde kerkjes in superrustige dorpjes doen je iets en verbinden je met de Heer.
De tocht begon rond Lausanne, langs het meer van Genève, waar het hoofdkwartier van het Internationaal Olympisch Comité gevestigd is, en voerde langs Montreux, bekend om zijn filmfestival en standbeelden van beroemdheden. Met een stralende zon boven me passeerde ik onder meer het imposante kasteel van Aigle, een echte blikvanger in dit pittoreske landschap. Vele wijngaarden ook, en het schijnt dat de wijn er erg goed is. Ik verbleef in Zweisimmen bij mijn neef en zijn echtgenote, wat een mooie gelegenheid was om even bij te praten over het wel en wee van de familie. Elke ochtend reed ik met de auto naar het startpunt van de tocht, om daarna met het openbaar vervoer terug te keren. Zo kwam ik na enkele etappes en de waterval van Pisser-vache (je leest het goed) bij Martigny, van waaruit de paden steeds hoger klommen en het landschap ruiger werd. De klim naar de Grote Saint Bernardpas (in verschillende etappes weliswaar), op 2.449 meter hoogte, was een uitdaging, vooral door het constante op en neer gaan. Maar bovenop de pas was de beloning groot: een fantastisch uitzicht met een meer en een bezoek aan het gastenverblijf bij de gemeenschap van Bernardijnen, met hun prachtige kapel en een indrukwekkende tentoonstelling van kunstschatten, waaronder moderne glaskunst van de Koreaanse Dominicaan Kim Jae Un.
Na de pas begon de afdaling naar Italië, en meteen voelde alles anders. Ik verbleef in Nus, in een hostel gerund door mensen met een beperking, die samen met sociale werkers een warme en gastvrije plek creëerden. Hun verhalen en openheid lieten me beseffen hoe waardevol echte ontmoetingen zijn.
Tijdens mijn tocht door het Aostadal maakte ik kennis met het Big Bench Project. Deze gigantische banken, geplaatst op panoramische locaties, zijn bedoeld om de verwondering van een kind weer te voelen. En ja, dat gevoel kwam zeker terug toen ik, via een trapje, op zo’n bank klom en met bungelende benen over het prachtige dal uitkeek. De wereld leek even zo veel groter en tegelijkertijd zo eenvoudig.
Vanaf hier gaat de reis verder, Romewaarts, door de rest van het Aostadal en dan zuidwaarts. Deze etappe heeft me opnieuw laten ervaren hoe de pelgrimstocht niet alleen een fysieke reis is, maar vooral ook een innerlijke, gevuld met stilte, verwondering en de kleine ontmoetingen die een blijvende indruk achterlaten.
(priester Nikolaas)