Gods Geest, een metgezel op onze tocht door het leven!
‘Tussen de leegte en de liefde’
Eén van de vele mooie passages uit de Bijbel blijft voor mij het verhaal van de Emmaüsgangers. Meer bepaald het zinnetje “Brandde ons hart niet in ons, zoals Hij onderweg met ons sprak …” blijft telkens weer hangen. Dit verhaal over ontgoocheling en gebroken dromen kennen wij maar al te goed. Jezus’ vrienden hadden al hun hoop op hem gesteld, geloof in een beter, ander leven. Die hoop werd hen plots ontnomen, teleurstelling volgt. Hoe moet het nu verder? Ik denk dat we allemaal wel eens van die dagen hebben waarop dit ons overkomt. Onderweg in het leven kennen we al eens een tegenvaller, niet altijd alles lukt zoals we het voor ogen hebben. Het vertrouwen in mensen loopt al eens mank, een vooropgesteld project lijkt op een kater uit te draaien.
Foto: Emmaus – Art Print by Mike Moyers
Ook in ons geloofsleven overvalt mij dit gevoel wel eens. Een negatief bericht zet soms een domper op mijn enthousiasme om te verkondigen, twijfel slaat toe wanneer de Kerk weer eens in een kwalijk daglicht gesteld wordt. Onzekerheid troef. Stef Bos verwoordde dit treffend in het lied ‘Tussen de liefde en de leegte’:
“Ik blijf mijn hele leven reizen
Ik volg de wegen van de twijfel
Ik zoek naar wat ik nooit zal vinden
Ik ben altijd onderweg
Ik reis onrustig en onzeker
Tussen de liefde en de leegte”
Ontgoocheld keren de leerlingen terug naar hun geboortedorp. En net dan komt iemand tussen hen in wandelen. Iemand die hen de kans biedt om hun verhaal te doen, die naar hen luistert en hen een levengevende interpretatie geeft van de laatste gebeurtenissen. Hoewel de vrienden hem op het eerste moment niet herkennen, zorgt de ontmoeting met Jezus toch voor een veranderende gemoedstoestand. ‘Brandde ons hart niet…’ Van troosteloosheid naar troost! Van leegte naar liefde! Terwijl herkenning daagt, zijn hun harten vol vuur. Deze ontmoeting met Jezus doet iets met mensen.
Laat mij zo vrij zijn dit ‘brandde ons hart niet…’ even te hertalen naar ‘kriebelde het niet in mijn buik’ of ‘bonsde mijn hart niet’. Je kent het wel, dat rare gevoel in je buik, misschien ook een bonzend hart. Het zijn signalen die je waarneemt als er iets in je leven gebeurt waarvan je ondersteboven bent. Spontaan denk ik hier aan het gevoel dat je ervaart wanneer je iemand ontmoet in je leven en waarmee je een soort van ‘klik’ ervaart, iemand waarmee je je bij een ontmoeting verbonden voelt. Een gevoel van verliefdheid? Misschien ook een gevoel dat je op dit eerste moment niet wil (h)erkennen. Wel, dat gevoel ervaar ik ook op die momenten waarop ik het onderweg wel eens moeilijk heb… Het gevoel dat iemand naast je loopt, je optilt, je bemoedigende woorden inspreekt, je hart raakt…
Het is pas in de ontmoeting met de ander
dat God grote dingen doet en het hart van een mens raakt”
(kardinaal Jozef De Kesel)
Ditzelfde gevoel moeten de leerlingen, samen met Maria, ervaren hebben wanneer ze bang en verdrietig bij elkaar zitten in het huis. Al hun hoop was kapotgeslagen. Ook zij vragen zich af wat er nu moet gebeuren. En net dan waait een verkwikkende wind doorheen het huis en zetten vurige tongen zich op ieder van hen neer. De warmte van Gods aanwezigheid zet hen in vuur en vlam. Gods geest geeft hen de nodige kracht, moed om verder te doen! Hun verlammende droefheid wordt een vurig enthousiasme. Ook zij zullen ongetwijfeld kriebels in de buik gekregen hebben.
Afgelopen periode ontvingen weer heel wat jongens en meisjes het sacrament van het Vormsel. Tijdens een plechtig moment in de viering werden zij gezalfd met olie onder de woorden ‘Ontvang het zegel van de Heilige Geest, de gave Gods’. Het is gissen naar wat deze jongeren op dat moment voelen, maar ik kan mij gerust voorstellen dat hun hartje op dat moment wat zal brandden, even sneller zal slaan, net als bij David toen hij door God uitverkoren werd, een koning naar Gods hart.
Ik hoop van ganser harte dat deze tieners mogen ervaren dat wanneer zij de Heilige Geest ontvangen, deze met ons doet zoals wat de olie doet: Hij brengt ons in beweging, geeft smaak aan het leven. Hij wandelt met ons mee en waakt over ons en maakt van ons vurige en enthousiaste christenen. Ik geloof steevast in het stille werken van de Heilige Geest, een metgezel in ons leven, de spirit van ons bestaan…
Zoals de Emmaüsgangers zo gaan mensen, ook wij, vandaag met elkaar op weg. Niets bijzonders, niets speciaals. Doodgewone mensen, alledaagse gebeurtenissen. Mensen die elkaar vertellen wat hen bezighoudt, lief en leed, geluk en ongeluk, angst en twijfel met elkaar delen. Ze dragen elkaar op de weg van mens naar medemens, van vreemd tot vriend. Ga zó als mens vandaag de weg ten leven. Laten we oog hebben voor het mee wandelen van de Heer in ons leven. En laten we ons hart maar doen ontbranden … Ook dát is het waaien van de Geest.
Pinksteren
De drukte en de onrust vermalen.
Verstillen in benen en hoofd.
De zintuigen openen.
Naar het diepe varen.
Schouwen. Luisteren.
Ontvankelijk worden. Wachten.
Zo is Pinksteren voor iedereen bereikbaar.
Zo kan Pinksteren nog steeds werkzaam worden vandaag.
Als vernieuwing van onze levensadem.
Als geestelijke Aanwezigheid in onze relaties met mensen en dingen.
Als een Stem die spreekt tot ons, over ons.
Als Vuur in ons hart, in onze handen en in onze woorden.
In ons bewustzijn weten we ons onderweg
op de weg van het evangelie.
In onze wandeling tussen ‘de leegte en de liefde’
voelen we Jezus met ons meestappen.
Pinksteren is leren leven met de kracht van klaprozen.
Zelfs op schrale zandgrond
of op omgewoelde of vervuilde grond
en zomaar langs de weg of in de berm
kunnen papavers groeien en bloeien.
Ze zaaien vuur in de ogen en het hart van mensen onderweg.
Zoals papavers kunnen ook wij groeien en bloeien.
(Johan Vervaeke)