Op bezoek bij een bijzondere rouwplek
Op een mooie zonnig vrijdagmiddag fiets ik van Bredene naar Brugge. Het eerste doel van mijn tocht is moeder feliciteren met haar moederdag. Ik ben vroeg aan, omdat mijn ouders er een weekendje Limburg van maken en ik dus mijn bloemen vroeger aan de vrouw moet brengen. Ik krijg onderweg met mijn fiets veel bekijks van de vrouwen die ik tegenkom en misschien breng ik ook enkele mannen op het idee dat ze niet mogen vergeten een attentie te bezorgen.
Terwijl ik bij mijn ouders thuis geniet van een kop koffie vertellen ze over de nieuwe rouwhoek in het bisschopshuis in Brugge. Je kon er over lezen in de bisdombladzijde van Kerk&Leven en misschien hoorde je er van op een andere manier. Rouwplekken zijn immers in. Men wil verdriet meer plaats en erkenning geven en dat is op zich een goed gegeven. Onze cultuur kent immers veel (doch niet uitsluitend) rouwontkenning en verdrietvermijding. En nochtans hebben we dit allemaal nodig. Plaatsen waar we geen goede raad krijgen of goedbedoelde hulp, maar waar we vertrouwen tanken om zelf onze uitdagingen aan te gaan en onszelf mogen zijn, zoals we zijn. De rouwplek in het bisschopshuis wil hieraan tegemoet komen.
ALs ik aankom, na een reservatie op het internet, blijkt dit niet nodig te zijn. Er is een vrijwilligster die heel blij is iemand te zien en mij wegwijs maakt door wat uitleg en een kaart met een gebed van onze bisschop Lode. Je wandelt de tuin binnen en in een verloren hoek van de tuin vind je het kunstwerk, een metalen ronde sculptuur met een zin in het Duits, meer een gebed eigenlijk: ‘Erbarme dich’. Ontferm u. Aan de voet van het werk liggen witte keien en takjes gipskruid. Op de stenen voornamen van mensen die gestorven zijn. Helaas kan ik er geen steen aan toevoegen want een stift is nergens meer te bekennen. Ik ga even zitten, bemediteer het werk in zijn omgeving en besluit dan dat ik toch deel wil uitmaken van dit project. Ik leg er een blanke steen en denk aan enkele gestorven geliefde mensen die ik in een kort gebed toevertrouw. Ik rond mijn stiltemoment af met een takje gipskruid. Het gebeuren is kort, maar zinvol. De schoonheid van de tuin, de rust van de architectuur rondom en de ingetogenheid van de mensen die aanwezig zijn helpen mee.
Ik verlaat het werk en ga nog even in de tuin waar ik een grote “poot” muntkruid ontdek. Zou de bisschop zijn eigen thee verbouwen ? Ik vermoed van niet, want ik ontwaar geen geplukte takjes. In ieder geval kan je hem zien werken aan zijn bureau. Ik wacht even, maar hij is druk bezig en ik wil hem ook niet storen. Bij het naar buiten gaan geef ik de vrijwilligster mee dat er geen stift ligt en zij wil onmiddellijk een nieuwe leggen. Ik vertel haar dat het beter is dat ze die persoonlijk aan mensen geeft i.p.v. anoniem ter plaatse. Ze zal meer kans hebben ze terug te krijgen. Ze is blij met deze tip. Ik neem gesterkt afscheid en besluit een kleine kolom voor ons parochieblad en onze website te schrijven. Helaas kunt u de tuin enkel bezoeken na afspraak. Het was enkel voor deze week toegankelijk vanuit de zijstraat langs het bisdom. Maar misschien maak je wel eens een trip naar het Brugse en dan is het goed te weten dat er een blank steentje ligt bij een mooi kunstwerk waar ook de naam van uw geliefde gestorvene in een verstilde groene tuin. Ik ontmoette er geen tuinman zoals Maria Magdalena op paasmorgen, dat niet. Maar de hand van de Schepper heb ik wel geproefd en die wens ik u van harte toe.
(Nikolaas Vanneste)