Vierde zondag van de advent – Huis van de hoop
De Bijbellezingen in de advent zetten ons op weg om op zoek te gaan naar het huis van God, de wereld zoals God hem droomt, waar Hij zich thuis voelt. Elke week vertellen de lezingen wat dit betekent en hoe we ons kunnen voorbereiden op Kerstmis. De vier huizen die we ontdekken bereiden ons voor om God een plaats te geven in ons leven.
Advent en Welzijnszorg zijn sterk met elkaar verbonden. We belichten enkele thema’s uit de campagne ‘Wonen: onbetaalbaar? Onaanvaardbaar’. We gingen ook in gesprek met enkele mensen uit onze Welzijnsschakel De Caproen in Bredene en vroegen om getuigenissen rond deze problematiek. We nodigen jullie tenslotte uit tot concrete inzet.
‘Toen zei David tegen de profeet Natan: “Kijk toch eens! Ik woon in een paleis van cederhout, maar de kist van God staat in een tent!”’ (2Sam. 7,2)
Vandaag kijken we nog ruimer en zien we dat God kan komen wonen in alle mensen die voor hem openstaan. David, de machtige, de koning, zit stevig op zijn troon. Hij heeft zich gesetteld in zijn paleis. En God? Die woont nog altijd in zijn tent. De tent waarin God is meegetrokken met de mensen, vele lange jaren door goede en bange tijden. Een tempel zou toch beter passen bij God, vindt David. Is zo’n imposant huis wel de plaats waar God wil wonen? vraagt de profeet Natan zich af. Maar God wenst geen huis van steen. In de tent is God dicht bij zijn mensen, daar is God thuis. Daar is zijn plaats. In en met mensen alle dagen op stap gaan, zo wil God zijn. Doorheen mensen, doorheen hun spreken en doen zich laten zien in de wereld, zich laten zien aan de ander. Wil je God een plaats geven, geef Hem dan een plaats bij de mensen, want bij en in de mensen wil God wonen.
‘De engel trad bij haar binnen en sprak: “Verheug u, de Heer is met u.”’ (Lc. 1,28)
Ook in het evangelie komt tot uiting dat God tussen de mensen wil verblijven. Voor de menswording van zijn zoon kiest Hij een eenvoudig meisje uit een doorsnee gezin. Die wordt door Hem uitverkoren om zijn zoon te ontvangen. En zoals tegen Maria zegt die engel, Gabriel, tot ons, tot mij, tot u: ‘de Heer is met u, vrees niet!’ En de engel komt tot ons, en noemt ons bij onze naam en zegt: ‘Jij kan de vrede ter wereld brengen, de gerechtigheid, de toekomst. Jij,’ zegt de engel, ‘kan een einde maken aan de wanhoop, de armoede, het onrecht, het geweld, de schuld, het misbruik. Jij kan verandering brengen en het ieder voor zich ombuigen in delen en herverdelen. Jij kan het. Samen met andere mensen van goede wil.’
Een teken van hoop
Er zijn 155.000 sociale huurwoningen op de markt. Maar er staan ook nog 154.000 mensen op de wachtlijst. Naar schatting zijn er nog eens 240.000 mensen die eigenlijk recht hebben op een sociale woning. Deze mensen hebben een laag inkomen en voldoen aan alle voorwaarden. Zij huren nu op de private markt en houden bijgevolg minder geld over om te (over)leven. Slechts 6% van de woningen in Vlaanderen is momenteel sociale woning. Onze buurlanden hebben een veelvoud van dat aantal aan sociale woningen. Er is dus zeker ruimte voor meer sociale woningen, zodat het probleem met de wachtlijsten opgelost wordt. Dit kost tijd, maar ondertussen moet het beleid het recht op wonen wel garanderen. Dit kan via financiële ondersteuning, maar ook door alternatieve woonvormen op de private markt uit te bouwen. Een tijdje geleden werd de woonbonus afgeschaft, maar het bedrag dat vrijkwam werd nog niet geïnvesteerd in de zorg voor de meest kwetsbaren.
“Ik heb het ‘geluk’ dat ik na jaren op de wachtlijst te staan een sociale woning toegewezen kreeg samen met mijn vier kinderen. In de lente en de zomer viel alles nog wel mee. Nu het kouder wordt voel ik de koude door de spleten en kieren rond mijn ramen en deuren komen. Maandelijks moet ik een bedrag voor verwarming voorzien op mijn budgetmeter, maar dan nog krijg ik het niet aanvaardbaar warm.”
In het huidige beleid krijgen de mensen die het meest kwetsbaar zijn op de huizenmarkt het minste steun. Welzijnszorg wil, samen met haar campagnepartners, beleidsmakers overtuigen van het belang van een sociaal rechtvaardig woonbeleid.
Als christenen mogen we mensen van hoop zijn, die aangeven dat ons een andere samenleving voor ogen staat. We mogen niet aan de zijlijn blijven staan, maar moeten tonen dat we mee willen strijden voor oplossingen. En ja ook, dat we bereid zijn onze levensstijl aan te passen opdat Gods licht over ieder zou mogen schijnen. Opdat deze wereld een huis wordt voor iedereen. God komt bij ons wonen. We bereiden ons voor.
Gods woning onder de mensen
Niet in tempels van goud,
niet in de geur van wierook,
wil God onder ons wonen.
Maar in het hart van de mensen,
die berooid en geslagen,
uitzien naar bevrijding,
komt God aan het licht.
Niet in huizen van wetten,
niet achter zuilen van eigen wijsheid,
wil God onder ons wonen.
Maar in mensen
die eenvoudig en zonder pretenties,
uitzien naar vrede en liefde,
kan God geboren worden.
Niet in kerken van macht,
niet op altaren van overvloed,
wil God onder ons wonen.
Maar in mensen, die vol geloof
blijven uitzien naar de Redder
en Bevrijder uit alle onmacht,
kan God tot leven komen.
Niet in mensen in onmin en onvrede,
niet in mensen vol van eigenbelang,
wil God onder ons wonen.
In mensen van goede wil,
die uitzien naar leven volop
en naar sjaloom voor iedereen,
zoekt God zich een woning.
(Wim Holtermann osfs)