Als pelgrims naar Rome – deel 2

Als pelgrims naar Rome – deel 2

7 oktober 2020 Uit Door decaproen@hotmail.com

Van de volgende dagen schrijf ik hier enkele herinneringen neer, zonder ze allemaal in detail te bespreken. We gingen als pelgrims langs bij de San Giovanni in Laterano, de verblijfplaats van de paus voor het Vaticaan er was en bezochten en beklommen de Scala Sancta, de trap die Christus besteeg toen hij naar Pilatus werd gevoerd. Het is een marmeren trap die Helena, de moeder van keizer Constantijn, meebracht uit Jeruzalem na haar bezoek aldaar. Deze trap is nu beschermd door houten planken, omdat ze te veel afgesleten was van de pelgrims die er op hun knieën naar boven gaan, terwijl ze op elke trede een gebed zeggen. Op Goede Vrijdag staat hier een enorme file buiten van mensen die deze boetedoening willen doen in verbondenheid met Jezus. Erna trokken we op bezoek in de catacomben van Callistus buiten de poorten van Rome en daalden af tot 20 meter diep in 4 verdiepingen onder de grond. Een salesiaanse pater vertelde ons over de geloofservaring in de eeuwen voor de 4e eeuw na Christus, want eenmaal het geloof niet meer clandestien was door het edict van Milaan in 313 na Chr., moesten christenen niet meer onder de grond begraven worden.

Een hele namiddag werd voorzien voor het bezoek aan de Vaticaanse musea waar dit keer de afdeling oud christelijke kunst volledig open was en we de hele collectie van christelijke sarcofagen en vroegste afbeeldingen konden zien. Ook de Sixtijnse kapel bekoorde ons, ook al omdat we nu tenminste konden ademen terwijl we daar stonden, omdat ook hier het bezoek gelimiteerd was. Wist je dat er voor alle deuren in de Vaticaanse musea 2.730 sleutels nodig zijn en dat er tien mensen zijn die een uur lang deuren openen en een uur en een half deuren moeten sluiten op het einde van de dag? Deze ongelooflijke verzameling kunst is ongeëvenaard in de wereld, al is de pracht en praal van de pausen die deze collecties hebben verzameld een tegengetuigenis van de eenvoud van Jezus en zijn armoede. We daalden ook af in de opgravingen onder de basiliek van Sint-Pieter en bezochten de necropolis, die ook het graf van Petrus bevat, met een gids. Zij wist ons te vertellen dat de oudste afbeelding van Christus die we hebben een mozaïek is met Christus die als zonnegod wordt afgebeeld. Zonder afbreuk te doen aan ons geloof in Jezus als Zoon van God, hebben wij wel Christus vergoddelijkt in een taal die hem vreemd was.

Soms was er tijd voor shopping en voor een terrasje, en zelf trok ik er eenmaal alleen op uit om de aquaducten net buiten Rome te bezoeken. De Aqua Claudia en de Aqua Felix blijven in horten en stoten in het landschap hun fiere silhouetten tonen. Dankzij de bus en af en toe een taxi konden wij op veel plaatsen terecht en het maximum uit de reis halen. De Spaanse trappen, de Trevifontein, het Colosseum, de Santa Maria del Popolo met het geld van het volk gebouwd, de Aqua Paulina op de Gianicoloheuvel met het Tempietto van Bramante, het palazzo Barberina met de bakkersvrouw, de Fornarina van Rafaël, de villa Farnesina met de Galateafresco, eveneens van Rafaël, de basiliek van Santa Maria Maggiore, de Santa Maria della Vittoria met de extase van de heilige Teresia, de Tritonfontein en de bijenfontein van Bernini, er was zoveel dat we de dingen die we niet konden zien niet eens hebben gemist. En af en toe vonden we rust op onze maaltijden en leerden we de Italiaanse gastvrijheid kennen met Limoncello op de tafel: Mustafa, Nello, Angelo werden voor ons bekende namen met een hartelijke klank. We sloten onze week af in schoonheid met een rondrit in een autobus met open dak. We kwamen langs bij nu bekende plaatsen: de Engelenburcht, het Colosseum, het station Termini,… een mooie afsluiter van een memorabele week.

De terugreis verliep voorspoedig, al moesten we heel vroeg op en misten we bijna onze bus. We hadden geen moeite om snel na aankomst thuis in ons bed te kruipen en bij te slapen. De aanpassing verliep goed want we kwamen aan op de warmste septemberdag ooit. Ook hier was het dertig graden als een knipoog naar het goede weer in Rome. 
(priester Nikolaas)