Op zoek naar sporen van Bach, Luther, Goethe en Schiller (deel 2 – Buchenwald)
Eerder kregen we een verslag van diaken Rudy Weyne over zijn vakantieverhaal in Duitsland. Hierna volgt een 2e bijdrage.
Ongeveer in het midden van onze reis kwam het moeilijkste gedeelte. Niet een van die grote wandelingen of het beklimmen van een of andere berg, maar ons geplande bezoek aan Buchenwald. Buchenwald, op 57 km van onze thuisbasis, ligt in de directe omgeving van Weimar. Op een heuvel in een beboste omgeving en daardoor aan het oog onttrokken, zie je pas ter plaatse de tastbare herinnering aan een nooit te plaatsen gruwel: het concentratiekamp.
WAT VOORAF GING
Na de nederlaag van de Duitsers op het einde van de Eerste Wereldoorlog ontstonden grote frustraties onder de bevolking. Ze werden immers verplicht tot het betalen van enorme herstelbetalingen aan de overwinnaars. Daardoor was Duitsland eigenlijk failliet. In een poging om het land weer op de been te krijgen werd in 1919 te Weimar samengekomen om een nieuwe democratische grondwet op te tekenen. Vanaf dan ontstond de Weimarrepubliek, die echter nooit voldoende kansen heeft gekregen. Er was immers stevige weerstand van enerzijds de communistische partij (de revolutie van 2017 in Rusland liet zich ook hier gelden) en het groeiende nationaal socialisme. De nationaal socialisten (nazi’s) wonnen in 1932 de verkiezingen met 37.3% van de stemmen, waardoor Hitler aan de macht kwam als kanselier én staatshoofd. En toen begon de ellende… Onmiddellijk werd het leger uitgebreid en herbewapend. De grenzen van voor de oorlog werden hersteld, Rijnland werd geannexeerd, Oostenrijk ingelijfd, Sudetenland en de rest van Tjsecho-Slowakije. Alle weerstand werd meedogenloos afgestraft door de totalitaire dictatuur van het regime van de nazi’s. Wie niet paste in het plaatje van het raszuivere Ariërsprofiel of zich durfde verzetten tegen de dictatuur werd opgesloten in interneringskampen. Deze evolueerden enerzijds naar werkkampen en anderzijds naar vernietigingskampen.
BUCHENWALD
Wie deze plaats wil bezoeken, parkeert op een grote parking aan de rand van het bos. Daar bevindt zich het informatiecentrum dat inzicht wil geven in de praktijken van de nazi’s. Daarnaast toont het de lange weg die werd afgelegd om het domein tot museum te maken. Buchenwald lag immers lange tijd in Oost-Duitsland, onder beheer van de Russen. Die hadden er absoluut geen zin in en wilden liefst alles met de grond gelijk maken. Waarom wilden de Russen deze plaats laten verdwijnen? Een van de redenen is waarschijnlijk dat ze zich zelf schuldig hebben gemaakt aan wanpraktijken. Het is namelijk zo dat het kamp na de oorlog werd overgedragen aan de Russen die er zelf nog zeker vijf jaar een groot aantal nazi’s gevangen hielden. Maar ook politieke gevangenen (de geschiedenis herhaalt zich hier bijzonder vlug) werden er vast gehouden. In deze tot ‘Speziallager nr.2’ herbenoemde plaats stierven na de oorlog nog eens 7000 mensen. Ze werden letterlijk uitgehongerd door de overwinnaar en bezetter. Na veel overleg en de inbreng van veel vooraanstaande personen slaagde men erin om het kamp uiteindelijk om te bouwen tot museum. Dat gebeurde versneld na de eenmaking van Duitsland omdat de Russische bezetter hier van het toneel verdween.
Op een kleine kilometer van de parking bevindt zich het kamp zelf. Slechts een paar barakken staan nog overeind. Alle andere worden weergegeven door de contouren van de fundamenten. De prikkeldraad hangt er nog en het poortgebouw staat ook nog overeind. Ook het crematorium is dreigend aanwezig met zijn hoge schouw. Als men het terrein betreedt door het poortgebouw wordt men stil. Al het lijden en de ellende van deze plaats drukken plots op je schouders. Niemand heeft zin om iets te zeggen. Trouwens wat kan je zeggen? Alleen de stilte is voldoende eerbetoon aan de naar schatting 60.000 gemartelde, door dwangarbeid en ondervoeding gestorven gevangenen. Hier en daar staat wat uitleg bij een speciale barak. Tegen het einde van de oorlog werden veel gevangenen uit andere kampen, door de op de vlucht slaande nazi’s, overgebracht van het buitenland naar Buchenwald. Gevolg: totale overbevolking. Op een gegeven moment werden ze met 2000 samen geperst in een barak waar normaal plaats was voor 50 paarden! Stel je voor hoe dat gaat met slapen, eten, drinken en toilet: nog meer ellende!!! Uiteindelijk zijn er in totaal 250.000 mensen Buchenwald gepasseerd voor langere (tot aan de dood) of kortere tijd (door overplaatsing).
WAT MOETEN WE NU MET AL DIE INDRUKKEN?
Behoren dergelijke praktijken nu voorgoed tot het verleden? Veilig opgeborgen binnen de grenzen van een museum? Kan je voorkomen dat deze geschiedenis zich herhaalt? Mensen hebben blijkbaar een slecht geheugen en kunnen of willen niet leren uit het verleden. Wie wat rondkijkt in de wereld ziet nog altijd plaatsen waar deze toestanden bestaan. Iedere nieuwe dictatuur is gebouwd op verdrukking en moord. Tegenstanders van een dictatoriaal regime worden vroeg of laat het zwijgen opgelegd. We zien het nu weer gebeuren in verschillende landen. Toen wij rond de prikkeldraad van het afgebakende kamp wandelden en langzaam het drama van deze plaats tot ons begon door te dringen, overvielen mij deze gedachten: kan het christendom of het christen zijn zoiets als Buchenwald voorkomen? Zijn we in staat om als gelovigen te anticiperen als dat zich weer zou voordoen? Het zijn moeilijke vragen met nog moeilijker antwoorden.
1/ Ten eerste kan je je afvragen waar de christenen waren toen Hitler, aan de macht kwam. Duitsland was en is toch nog altijd een land met veel gelovigen, zowel protestanten als katholieken. Hebben die zo maar laten begaan? Of waren dat o.a. net die mensen die weerstand boden en in de kampen terecht kwamen?
2/ Ten tweede: door de massale indoctrinatie – via de beheersing van de communicatie – werden mensen voorgelogen en gemanipuleerd. Wie kon nog waarheid onderscheiden van leugen?
3/ Ten derde: Duitsland zat in de diepste crisis ooit, wie de economie kon aanzwengelen en de eigenwaarde aan het volk teruggeven was een bevrijder en werd gevolgd.
4/ Ten vierde: we kennen wel enkele voorbeelden van gelovigen die zich hebben opgeofferd om mensen te redden. Maar ook niet gelovigen deden dat.
Conclusie: wie de macht heeft bepaalt de regels. Ooit zat de katholieke kerk in het kamp van de machthebbers, zij WAREN de machthebbers. Toen ze de kans hadden om Christus te bewijzen hebben ze gekozen voor de macht. Maar, gelukkig staan regelmatig christenen op die het durven opnemen tegen het gangbare en door hun voorbeeld bewijzen dat het anders kan. In deze mensen kan Christus verrijzen. Jezus verrijst nooit in systemen of constructies, verrijzenis heeft behoefte aan vlees en bloed. Het zal dus altijd een zaak zijn van individuen tegenover systemen en organisaties. Zolang Christus aanwezig is in ons denken, doen en handelen is er HOOP.
(Rudy en Ann)